Dvorák

Brussels Philharmonic

programma:

Celloconcerto in b mineur, opus 104 Antonín Dvořák

Symfonie nr. 7 in D mineur, opus 70 Antonín Dvořák

Hoewel Antonín Dvořák lange tijd geen concerto voor cello wou schrijven – hij vond het geen solo-instrument, en kloeg dat de klank te nasaal en te mompelend was – toch is zijn celloconcerto uitgegroeid tot één van de twee meest gespeelde wereldwijd. Is het de weemoed die doorschemert en het verlangen naar zijn geboorteland? Of is het zijn verdriet om de ziekte van zijn schoonzus, zijn eerste liefde?

Victor Julien-Laferrière, die in 2017 de eerste Koningin Elisabethwedstrijd voor cello won, is in elk geval de geknipte solist voor dit prachtige concerto.

Tien jaar voor het celloconcerto startte Dvořák het werk aan zijn Zevende Symfonie, geïnspireerd door Brahms’ 3de symfonie. Al van bij de eerste schetsen was het duidelijk dat zijn vaderland Tsjechië de hoofdrol zou spelen in dit werk. Zelf schreef hij in een brief aan een vriend: “Wat in mijn hoofd speelt is liefde, God, en mijn vaderland.” Dvořák-kenners noemen deze symfonie, samen met de achtste en negende, een hoogtepunt in zijn symfonische oeuvre – en ondanks de grote liefde voor zijn vaderland toch het meest internationale.

De muziek van Dvořák is in goede handen bij de jonge dirigent Jiří Rožeň: net als Dvořák een Tsjech, en een groot pleitbezorger van de muziek uit zijn vaderland.

Inleiding om 19.30 uur in de polyvalente zaal