Locatie 2: Satelliet.K (Belle Godshuis) | Textiel als materie
In de ruimtes van Satelliet.K zijn de werken verbonden door een conceptuele attitude waarbij een focus ligt op systemen waarin taal en omzetting een belangrijke rol spelen. Hoe vertalen we informatie naar technologie en productie? Om draden te verwerken naar oppervlakte of ruimte met textuur of beeld, zijn vaak complexe methodes nodig om de juiste transformaties te kunnen maken.
De kunstenaars in Satelliet.K laten zich inspireren door de grammatica en bouwstenen van methodieken zoals weefbindingen, breipatronen, borduursteken, naaipatronen en digitale taal. Het ontwerpplan zelf en het concept om onze werkelijkheid om te zetten in lijnen, tekens, cijfers, letters, nullen, enen en bites zijn beeldende triggers om het werk vorm te geven en het beeld daaruit te laten ontstaan. Deze techniekspecifieke methodieken communiceren een context vanuit verschillende perspectieven en codes. Binnen het weven wordt gedacht in bindingen, horizontalen en verticalen, die in zwart-wit blokjes opgetekend worden. Ze kruisen en vormen materie en beeld. Het uiterlijk is de samenhang van de draden die textuur, tactiliteit, sterkte en flexibiliteit bepalen. De latere jacquardweefmachine (1804) maakt gebruik van ponskaarten die instructies bevatten hoe het getouw de draad moet sturen. Dit binaire systeem van positieven en negatieven is een voorloper van de latere computersystemen in nullen en enen. Het breien omvat een hele andere handeling. Het weefsel dat hier ontstaat is een ééndraadstechniek in lussen van een golvende lijn in loop. De taal waarin brei- en borduursteken worden weergegeven zijn leesbare codes die de hand leiden.
De overgang tussen textiel en taal is een beweging die centraal staat in het werk van Lisette de Greeuw. “Ik gebruik de materialisatie van een vertaling als materiaal: vertalen als methode waarbij ik via transmediale overgangen vertaalprocessen zichtbaar maak.” In Satelliet.K toont zij tekeningen die in een obsessief handschrift refereren aan borduurtekens. De tekeningen zijn omgezet naar handgemaakte en digitaal gestuurde borduursels. Binnen deze processen van translatie en transformatie ontstaan beelden met een grote intensiteit waarin fouten en toevalligheden mede de huid, de tekening en kleur bepalen.
In het werk van Roos Theuws staan machines als vertalers van een digitale taal centraal. De menselijke waarneming, het lichaam en de relatie van de mens tot technologie spelen een beduidende rol. Hebben wij voldoende controle over technologie en hoe verhouden wij ons ten opzichte van haar dominante positie? Het werk van Theuws is sterk analytisch en bezit een ingehouden poëtische blik die onze verbeelding aanzet tot filosofische beschouwingen over onze technologische wereld. Al jaren is zij geboeid door de relatie tussen het jacquardweefgetouw en onze huidige computer. Het project in Ieper was als een katalysator voor het werk #warp&weft (2023), waarbij eerder gefilmd materiaal van een weefgetouw, ontworpen voor een éénarmige wever, mogelijk een slachtoffer van WO I, in een juiste context kristalliseerde. De plaatsing van de video-installatie in de raadzaal van Belle Godshuis verbindt het verleden van de stad met een hedendaags tijdsbeeld in nullen en enen.
In de installatie Schorten voor de Meesters (1990-ongoing) onderzoekt Carina Diepens het systeem van de patroontekening als ontwerpplan. Lijnen van mogelijke vormen en uitsnijdingen zoeken zich een weg. Het werk oogt als een kaart voor mogelijke denkbeeldige lichaamsvormen, die zich kunnen plooien en ontvouwen in het zwarte rubber. De basisvorm refereert aan een schort en lichamelijke arbeid, maar lijkt zijn uiteindelijke materiële vorm maar niet te willen vinden. In stippellijnen over de tegelvloer lijkt dit ijle zoeken een fictieve daad te worden, waarbij het materiële steeds verder oplost in het immateriële. Het aanwezige rubber neemt sporen van het proces van tekenen en snijden in zich op, waardoor iedere locatie als een geheugen meegenomen wordt naar een volgende.
Manon Clement zoekt naar de spanning tussen woord en materie en hoe zij het woord kan vastleggen in de binding van de vaak dubbellaagse weefsels. Zij speelt met voor- en achterkant en de tussenruimtes van het doek. Woorden worden texturen, gevulde ruimtes en het weefsel wordt een container om haar woorden in te bewaren. Het woord textiel vindt zijn oorsprong in het Latijnse woord ‘texere’, wat weven en samenvoegen betekent. Ook het woord tekst is een afgeleide hiervan (textus). Clement verstrengelt op conceptuele wijze deze twee begrippen. De beelden hebben een sterke performatieve kracht die een beroep doet op de perceptie van de kijker. ‘I will preserve all of our touches’, ‘I want to hold you in words’, ‘Your image is tied up in the same unchanging body’. Wie wordt hier aangesproken? Is het de toeschouwer of een imaginair personage?
Praktische info locatie 'Satelliet.K'
> Locatie: Rijselstraat 38/40, 8900 Ieper
> Openingsuren: vrijdag tot zondag van 13.00 uur tot 17.00 uur