Open Sites - Sporen

Eén benadering, twee landen, drie regio’s, drie sites, vierentwintig artistieke teams, vierentwintig in situ creaties in Ieper, Komen en Villeneuve d’Ascq. Voor de vierde keer stapt Ieper mee in dit prestigieuze kunstproject. Het is een evenement rond eigentijdse grensoverschrijdende creaties die de kunstenaar vragen laat stellen rond maatschappelijke, culturele, historische, industriële en landschappelijke sporen van twee gebieden die zich aan weerszijden van de Frans-Belgische grens bevinden. De eerste week bouwen acht kunstenaars(groepen) hun werk op langs de vestingen en kan je ze dus ontmoeten en aan het werk zien. De volgende week kan je de afgewerkte kunstinstallaties bewonderen.

De acht geselecteerde kunstenaars voor Sporen 2020 in Ieper zijn: 

Bob Budd, Bram & Hendrik Lattré, Caroline Léger, Ludovic Mennesson, Muro Atelier, Sally Ducrow, Xavier Rijs, Yvonne Knevels. 

Bob Budd | The Secret Gardener

Bob Budd is een Brits kunstenaar die studeerde aan de kunstacademie van Stuttgart, waar hij zich specialiseerde in het werken met glas. Ondertussen verbreedde hij zijn interesse in materialen en technieken waarbij hij vaak werkt rond een bepaald thema of een bepaalde plaats.
Veel van het gereedschap dat wordt gebruikt in land art is vergelijkbaar met keukengerei, behalve dat ze veel groter zijn. Lepels zijn als schoppen, mengkommen als emmers, tafelvorken als rieken, … en deegrollen als tuinrollen.

De vestingen en tuinen zijn op dezelfde manier aangelegd alsof we een taart zouden maken. In plaats van bloem en boter, zijn de ingrediënten steen, aarde en gras, enkele bomen en wat bloemen als decoratie. Als we nadenken over onze relatie met de natuur in deze hoogontwikkelde
technologische wereld, dan moet het kunstwerk een verbinding maken tussen de mens en zijn natuurlijke omgeving. De menselijke hand is zowel betrokken bij het tuinieren als bij het koken. Beide drukken onze creatieve geest uit.

Bram & Hendrik Lattré | Clouds Are For Watching

Op zijn achttiende verjaardag stimuleerde Hendrik Lattré zijn zoon Bram om burgerlijk ingenieur – architectuur te studeren. In deze periode gaf hij Bram een tekentafel cadeau in de hoop van zijn nog onbestaand ‘architectuurshart’ te winnen. Bram volgde zijn raad op en werd architect, maar na het afstuderen bleek dat zijn passie niet in het ontwerpen van gebouwen lag. Nu is Bram een beeldend kunstenaar en gaat zijn vader Hendrik op pensioen. Samen willen ze de tekentafel herinterpreteren en er een droommachine van maken. Vaker naar de wolken kijken maakt je gelukkiger. Dat staat vast. Maar we doen het zo weinig.

De installatie is een reeks van tekentafels opgesteld in de natuur. Een spiegel vervangt het tekenvlak, waardoor de omgeving gereflecteerd wordt in plaats van gecreëerd. Het wolkendek is tegelijk het materiaal en het onderwerp. De tekentafels vormen een canvas van traag evoluerende wolkensystemen. Tegelijk toont het werk ook aan dat alle kunst in de omgeving aanwezig is. Doordat het gezicht van de toeschouwer in beeld komt wanneer hij het werk van dichtbij bestudeert, raakt hij betrokken bij het werk. Het abstracte idee wordt concreet gemaakt, het werk vraagt
hem om zijn eigen positie te bepalen, zijn eigen dromen te bevragen, om te vertragen.

Caroline Léger | Flexilis Pila

Dankzij kunst wordt de vrucht van menselijke waanzin omgevormd tot vrucht van de natuur: alles is mogelijk als er ruimte gemaakt wordt voor planten. Bomen zijn getuige van zoveel menselijke agressie (oorlog, vervuiling, …) en weerselementen (stormen, buien, droogte, ziektes), maar ze zijn er nog steeds. Ze eisen hun rechten op door de jaren heen.

Caroline Léger, verliefd op de natuur, gebruikt dit als achtergrond. Geweld verandert in contemplatie. Door gerecycleerde materialen te gebruiken, stelt ze onze relatie met tijd en onze overmatige consumptie in vraag. De levenscyclus wordt bereikt in elk van haar creaties. Wat zaad en water en het wonder is er. Er rest ons niks anders dan wachten. Caroline wordt het nooit moe om harmonieus met het leven te spelen.

Ludovic Mennesson | A Voir/Te zien

Ludovic Mennesson vestigde zich in Brussel na zijn studies in Bordeaux en Montreal. Hij kiest ervoor om beeldhouwkunst in haar breedste veld te verkennen. De stedelijke context waarin hij zich bevindt, beïnvloedt zijn werk. Door de stad te observeren, komen thema’s naar voren. Het werk A voir/Te zien is geïnspireerd op de plakkaten die je vindt aan de huizen die te koop of te huur staan. Deze zijn zeer herkenbaar aan de
zwarte en oranje kleur. De kijker wordt hier eigenaar van een standpunt. De centrale opening roept de wandelaar op om de natuur te observeren, precies zoals een ornithologische schuilplaats.

A VOIR/TE ZIEN roept de vraag op of het mogelijk is om de openbare ruimte en het landschap over te nemen zonder te privatiseren. Het werk is een dubbelzijdig landschapsschilderij, een tweetalig voorstel in een grensstad.

Muro Atelier | L'Échappée Verte

Tussen Parijs en Lissabon ontstond het collectief Muro Atelier, gevormd door twee architecten met verschillende achtergrond maar met dezelfde visie. Het woord ‘Muro’ – van muur – komt neer op het omgaan met architectuur door middel van de eenvoudigste essentie, terwijl het de noties van materialiteit, limiet en schaal aanpakt. De muur is ook een ondersteuning voor veel metaforen in de collectieve verbeelding, tussen een
onoverkomelijke grens, ondersteuning of een verplichte doorgang naar vrijheid.

De oude vestingen van Ieper bevatten een gecontroleerde vegetatie die wacht om te ontsnappen, om mee te glijden van de muur om het water te bereiken. Als lange lianen die aan de ruïnes van een vergeten citadel hangen, stellen de groene koorden hier de plant voor, die met behulp van een metafoor gekoppeld is aan het ontsnappingsregister. We kunnen daar dan een geëvolueerde natuur zien die haar ontsnapping aan
de vestingen van Ieper voorbereidt, of anders een link tussen water, planten en steen, alsof de natuur water uitnodigde om de uitlopers van de stad te beklimmen.

Sally Ducrow | Le Tissu de l'Espace

Sally Ducrow begon haar artistieke carrière als schilder en graficus in Londen en Australië, maar richtte al snel haar aandacht op collage en beeldhouwen. De inspiratie voor veel van haar werk is afkomstig van haar reizen over de hele wereld, waarbij ze de kans kreeg om te leren van lokale beeldhouwers. Sinds 2005 werkt ze rond land art, waarbij ze voornamelijk gebruik maakt van natuurlijke of hergebruikte materialen.

Het project is geïnspireerd door de bloeiende textielindustrie van Ieper in de middeleeuwen. Het suggereert ook de heropleving van de historische stad na de verschrikkelijke vernietiging door de oorlog. Uit deze donkere periode is een nieuwe explosie van energie, creativiteit en industrie voortgekomen. De titel komt van een citaat van Carl Sagan: “In de structuur van de ruimte, zoals in de aard van materiaal, vind je, zeer klein, de handtekening van de kunstenaar.”

Xavier Rijs | Le Penseur

Na zijn universitaire studies, gevolgd door twee jaar schilderen aan de Academie in Brussel, realiseert Xavier Rijs een eerste reeks tentoonstellingen. Dankzij deze reeks wordt hij uitgenodigd om te werken voor het theater en om talrijke scenografieën, installaties, sculpturen en verlichting te maken. Hij ontvangt dan ook de prijs voor beste decorontwerper bij de Theatre Awards in 2003. Vooral zijn onderzoek naar ruimte
en licht primeert. Het idee van dit werk is om de voorbijganger een troon aan te bieden om een beetje ‘boom’ te zijn. Het denken heeft het licht van hoogten nodig en, net als het sap, gaat het door het hele lichaam om dit lichaam en het hart te versterken.

Belichaamd zijn, geworteld zijn. Boom. Het heilige zit in het profane, het onzichtbare in het zichtbare, het spirituele in de materie, het verborgene
in het zichtbare, de mens in de natuur.

Yvonne Knevels | Haakwerk op Oreillon

Yvonne Knevels maakt kunstwerken in situ, na een uitgebreide observatie ter plaatse en een onderzoek naar de identiteit van de plek. Zij observeert met alle zintuigen. De tactiliteit, de textuur, het aanvoelen van materialen en oppervlakken krijgen bijzondere aandacht. De installatie gaat in dialoog met het landschap of de architectuur. De schaal van de omgeving speelt hierbij een rol. Vaak werkt zij met wilgenvlechtwerk, haakwerk van stevige touwen of andere handmatige technieken.

De ruwe bakstenen huid van de ‘oreillon’ wordt aangekleed met een transparant haakwerk. Op de gebogen vorm van het ‘oorlelletje’ verschijnt een tekening van bogen, als afspiegeling van de cirkels op het water.